
Omschrijving
Et’cetera KTC163
Een beetje geschiedenis…
Venezia 1548. De dichtkunst van Francesco Petrarca heeft door de eeuwen heen menig kunstenaar geïnspireerd. Zijn sonetten en stanzes zijn zo muzikaal en spreken heel intens tot de verbeelding. Zijn muze Laura, die in zekere zin steeds een onbereikbare liefde is gebleven en waarvoor hij haast heel zijn leven in literaire verrukking stond, is voor hem een constante inspiratie geweest.
Het is dan ook heel bijzonder dat deze hoofse liefde na Laura’s dood een metamorfose heeft ondergaan door haar in zijn laatste verzen haast te vereenzelvigen met de maagd Maria. De profane verrukking wordt zodanig verheven en geïdealiseerd dat het een sacrale vergoddelijking wordt.
In 1548 beslist Cipriano De Rore, nadat hij eerder al de beginverzen van de Vergine al eens had getoonzet, om de volledige cyclus van 11 gedichten van muziek te voorzien. Meteen is hij een van de eersten die een dergelijk volume als geheel componeert. Hij doet dat bovendien met een voordien nooit geziene passie voor tekst en woord, waarmee hij meteen ook de toon zet voor een verdere ontwikkeling van de woord-toon verhouding die aan het begin van de volgende eeuw uiteindelijk zal resulteren in de Italiaanse seconda prattica. In die zin zet De Rore een belangrijke stap in de stijlontwikkeling van de muziekpraktijk in het algemeen. Het oeuvre van De Rore heeft ons altijd al gefascineerd. De volledige reeks Vergine sprak al lang tot de verbeelding. En natuurlijk zijn we steeds geboeid geweest door de dichtkunst van Francesco Petrarca. De behoefte om deze cyclus in zijn geheel uit te voeren was er al geruime tijd. We hebben wel alle tijd genomen om de wijze waarop we deze madrigalen zouden aanpakken grondig voor te bereiden. We zijn dan ook bijzonder blij dat we dit konden realiseren in het kader van het De Rore Festival Ronse tijdens de editie van 2017. Van bij de studie van de muziek hebben we willen gebruik maken van een aantal authentieke technieken waarmee de muziek in de tweede helft van de 16de eeuw werd aangepakt en omkaderd.
Musica di Cipriano Rore sopra le stanze del Patrarcha in laude della Madonna, e cinque madrigali di due parte … con alcuni madrigali di M. Adriano. Libro terzo, Gardano, Venezia 1548
1] Le Vergine Intro 03:11
2] Vergine Bella 05:30
3] Vergine Saggia 05:50
4] Vergine Pura 06:35
5] Vergine Santa 06:10
6] Vergine Sola al Mondo 07:05
7] Vergine Chiara 05:59
8] Vergine, Quante Lagrime 05:56
9] Vergine, Tale è Terra 06:10
10] Vergine, In cui ho Tutta Mia Speranza 04:46
11] Vergine Humana 05:36
12] Il Di s’appressa 06:21
12] Le Vergine Epilogue 02:2Uitvoerders:
Emma Coopman mezzo-soprano
Achim Schulz tenore
Peter De Lautentiis tenore & lector
Patrick Debrabandere tenore
Arnout Malfliet bass
Kris Verhelst harpsichord
Peter Van Heyghen recorder & lector
Piet Stryckers viola da gamba
Frank Wakelkamp viola da gamba
Ghislaine Wauters viola da gamba
Erik Van Nevel, direction
Deze opname werd gemaakt tijdens een live-uitvoering, gegeven in Leuven in de kapel van de LUCA School of Arts, in september 2017
Currende
Erik Van Nevel